Oefenopdracht: Alcohol in het verpleeghuis
Oefenopdracht met basisinformatie vanuit UNO-UMCG
Doelgroep:
Verzorgenden en verpleegkundigen bij cliënten met dementie.
Onderwerp:
Alcohol in het verpleeghuis (BPV-opdracht)
Inleiding:
Op psychogeriatrische afdelingen wordt het nuttigen van alcohol over het algemeen toegestaan, passend bij de vroegere leefgewoontes en wensen van de afzonderlijke bewoners. Dit sluit aan bij de visie dat bewoners zoveel mogelijk het leven moeten kunnen blijven leiden zoals zij dat gewend waren en waar zij zich comfortabel bij voelen. Veel mensen beschouwen het drinken van een borrel als belangrijke geneugte van het leven; een (dagelijkse) pleziertje dat we verpleeghuisbewoners niet mogen ontzeggen. Op psychogeriatrische afdelingen geldt dan ook dat bewoners, als zij dat zo gewend waren, een (dagelijkse) borrel mogen drinken, ook als zij zelf niet meer in staat zijn erom te vragen.
Maar alcoholconsumptie kan conflicten opleveren. Het kan bijvoorbeeld botsen met het medische gezondheidsbelang van de bewoner of hinder veroorzaken voor andere bewoners. Dit kan jou als verzorgende of verpleegkundige in een moreel dilemma brengen. Vragen zoals: Wat is toelaatbaar als het gaat om alcoholgebruik onder bewoners op psychogeriatrische afdelingen? Hoeveel borrels zijn acceptabel? Wanneer is het beter om iemand zijn of haar borrel(s) te ontzeggen en hoe doe je dat? Oftewel: mag vader in het verpleeghuis zijn borrel blijven drinken?
Verkennen:
Bekijk het volgende filmpje Alcoholverbod voor ouderen. Wat vind jij van deze regel? Maak daarbij gebruik van onderstaand waardenschema. Het zal je helpen om je mening over het besluit van dit zorgcentrum te onderbouwen vanuit de vier invalshoeken. Bron: Tijdschrift voor gerontologie en Geriatrie
Figuur 1. Waardenschema en morele vragen

Toelichting op het waardenschema
Morele kwesties ontstaan als waarden en normen met elkaar botsen. De vier waardendomeinen waarbinnen morele kwesties naar voren kwamen, laten zien dat verschillende waarden op verschillende momenten én op verschillende manieren op het spel kunnen staan en daarmee contextafhankelijk zijn. De waarden in de verschillende domeinen staan echter niet los van elkaar. Als het gaat om de waarde van respect voor iemands autonomie, kan ook de vraag of de bewoner hiertoe voldoende wilsbekwaam is relevant zijn, dan wel of de zorgmedewerker de bewoner tegen zichzelf dient te beschermen. Als de bewoner verminderd wilsbekwaam is ten aanzien van alcoholconsumptie, dient de zorg zoveel mogelijk in lijn met de wensen van de bewoner te handelen en samen met de vertegenwoordiger te bekijken wat de betekenis van alcohol (nog) is voor die bewoner; oftewel in hoeverre hij of zij geniet van een borrel. Als het gaat om overlast (met als centrale waarde veiligheid), zijn morele vragen: welke mate van overlast is acceptabel, in hoeverre dienen bewoners rekening met elkaar te houden? Per concrete situatie kan de morele vraag, en de daarmee samenhangende botsende morele waarden die boven een moreel dilemma hangen, verschillen. Door op zoek te gaan naar de specifieke onderliggende morele vraag kunnen impliciete waarden en normen boven tafel komen, zodat deze zorgvuldig gewogen kunnen worden en er gerichter naar oplossingen kan worden gezocht.
Oefenen:
Je loopt stage op een psychogeriatrische afdeling in het verpleeghuis. Verzamel informatie over het alcohol gebruik op de afdeling. Dat kan in de vorm van een protocol of richtlijn. Als iets dergelijks er niet is, ga dan in gesprek met je stagebegeleider en vraag na wat de regels zijn. In hoeverre zijn ze bekend en worden die nageleefd door je stagebegeleider en collega’s? Welke knelpunten of dilemma’s ervaren zij bij alcoholgebruik door een bewoner? Maak daarbij weer gebruik van het waardenschema en noteer je bevindingen.
Toepassen:
Maak op basis van je bevindingen een analyse van de dilemma’s. Neem hierin factoren mee zoals de individuele zorgverlener, samenwerking in het team, de organisatie van de zorginstelling, samenwerking met de bewoner en de mantelzorgers. Bespreek dit met een groepje medestudenten. Breng dit in kaart en formuleer verbeterpunten.